Telnet

Telnet is een netwerkprotocol dat externe toegang verleent aan andere, vertrouwde apparaten. Telnet maakt het dus mogelijk om vanop afstand met een andere computer in te loggen. Het bestaat al sinds de jaren 60 en is hierdoor een van de oudste netwerkprotocollen.

Omdat het zo oud is, is telnet niet erg veilig. Zo is er geen systeem voor gegevenscodering voorzien waardoor alle informatie onderschept kan worden. Het netwerkprotocol heeft doorheen de jaren echter wel een gevestigde reputatie opgebouwd. Zo wordt het gebruik van telnet ook 'telnetten' genoemd en is het nog steeds aanwezig in vele toepassingen.

Hoe werkt telnet?

Telnet werkt op basis van het TCP-protocol via poort 23. In deze poort ontvangt de server client verbindingen en krijgen deze clients toegang tot de server. Daarom is het cruciaal dat beide computers met hetzelfde protocol communiceren.

Om te kunnen starten, moet de client computer toestemming vragen aan de gastheer. Eens deze toegang verleend is, kan de client vanop afstand inloggen op de server. Inloggen gebeurt met een afgesproken gebruikersnaam en wachtwoord.

Wordt telnet nog gebruikt in de praktijk?

Jazeker! Telnet wordt nog steeds in vele toepassingen gebruikt, voornamelijk om vanop afstand hulp te bieden. Het gebruik neemt echter wel meer en meer af omwille van de slechte beveiliging. Meer specifiek omdat de verbinding niet versleuteld is en er dus risico is dat je tijdens de openstaande sessie aangevallen kan worden. Let er dus op dat er geen belangrijke gegevens beschikbaar zijn bij het gebruik van telnet.